Wat is de betekenis van Doddig?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doddig

bn. bw., aantrekkelijk door kleinheid, liefheid, molligheid enz.: een doddig kind; een doddig hoedje ; zij kan zo echt doddig doen, schattig, snoezig, lief.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

doddig

bn. (lief, aardig door kleinheid, molligheid): een - kind.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

doddig

bn. en bw. [dot] aantrekkelijk door kleinheid, liefheid, molligheid : een kindje.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doddig

bn. en bw., aantrekkelijk door kleinheid, liefheid, molligheid enz., snoezig: een kind; een doddig hoedje; zij kan zo echt doddig doen.

2025-07-28
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

doddig

doddig bn. 'wollig, mollig, snoezig' categorie: geleed woord Vnnl. met doddighe vingere 'met slappe vingers' [ca. 1625; WNT]; nnl. de doddige pluim der bloemen 'wollig' [1809; WNT], Al wat ze zegt is even bekoorlijk en innig en doddig [1894; WNT], ook dottig [1913; WNT]. Afleiding met het achtervoegsel ...

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Doddig

DODDIG, bn. bw. aantrekkelijk door kleinheid, liefheid, molligheid enz.: een doddig kind; een doddig hoedje; zij kan zoo echt doddig doen, schattig, snoezig, lief. ,,

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten