Wat is de betekenis van docht?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Docht

v. (-en), roeibank ; doft.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

docht

docht - Werkwoord 1. onpersoonlijke verleden tijd van dunken Het docht me niet verstandig dat te doen. docht - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van dunken ♢Ik docht ♢Jij docht ...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Docht

s., doft, duft.

2025-07-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Docht

katoen, pit (van lamp).

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

docht

v. -en (roeibank); ook: doft.

2025-07-28
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Docht

Lampepit, lampekatoen. Eertijds noemde men de weeke kern van de positieve koolspits aan electrische booglampen: dochtkool.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

docht

= doft.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Docht

v./m. (-en), roeibank; doft.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Docht

DOCHT, v. (-en), roeibank; zie DOFT.