Wat is de betekenis van doceer?

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

doceer

doceer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doceren ♢ Ik doceer 2. gebiedende wijs van doceren doceer! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doceren doceer je?