Djeboel
1 (djeboel-djeboelané spreektaal): uitmonden(de), zich ontlasten(de) in; 2 (op weg zijnde) uitkomen(de) op; 3 of djeboelé spreektaal: 't heeft geleid tot; 4 of djeboelé (per slot van rekening) blijkt (bleek....); ora ana djeboelé spreektaal: men ziet er niets van komen (belofte, onderneming, arbeid enz.), men heef...