Wat is de betekenis van Disculper?

2025-07-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Disculper

I. rechtvaardigen, vrijpleiten; II. se disculper, zich rechtvaardigen, zich vrijpleiten, zich van alle blaam zuiveren, zich schoonwassen.