Wat is de betekenis van Dirkjespeer?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dirkjespeer

1. v. (...peren), vroegrijpe soort van zomerpeer met korte hals en dikke steel: enkele en dubbele dirkjespeer; 2. m., de boom.

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dirkjespeer

s., durkjepar.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dirkjespeer

v. -peren (e. vroegrijpe peer).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dirkjespeer

('dirkjəs) 1. v. (...peren) [ Dirk] vroege peer met korte hals en dikke steel. 2. m. boom waaraan die peer groeit.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dirkjespeer

1. v./m. (-peren), vroegrijpe soort zomerpeer met korte hals en dikke steel: enkele en dubbele dirkjespeer; 2. m., de boom.

2025-07-24
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Dirkjespeer

naam eener vroegrijpe peersoort.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dirkjespeer

DIRKJESPEER, v. (...peren), vroegrijpe soort van zomerpeer (pirirn superbum): enkele en dubbele dirkjespeer; — m. de boom.

Gerelateerde zoekopdrachten