Wat is de betekenis van dingo?

m. (-’s), inheems zoogdier van Australië (Canis dingo), zo groot als een middelmatige herdershond; vroeger ten onrechte als afstammeling van verwilderde huishonden beschouwd.

Het begrip dingo heeft 2 verschillende betekenissen: 1) Australische wilde hond. hondachtig zoogdier uit Australië, dat verwilderd is en uiterlijk lijkt op een wolf, maar kleiner is. 2) kaartspel. eenvoudig kaartspel waarbij de spelers vijf dezelfde dierkaarten proberen te verzamelen.

(1995) (fin.) zie citaat. • Dingo: in het gewone spraakgebruik is dit de naam voor een Australische wilde hond; overdrachtelijk betekent het lafaard; maar in de financiële markten is het de naam voor Australisch overheidspapier dat zonder coupon en tegen zeer lage prijzen wordt uitgegeven. (De Tijd, 09/12/1995)

dingo - Zelfstandignaamwoord 1. (dierkunde) Canis lupus dingo, een Australische wilde hond

Australische wilde hond

een verwilderde huishond in Australië, die de grootte van een herdershond heeft. Zijn vacht is roodbruin, aan de flanken zwartachtig. Daar hij kudden aanvalt, wordt hij met alle macht vervolgd.

De huidige theorie is dat de dingo, het enige ‘gewone’ zoogdier in buideldierenland Australië, eens als huishond is meegekomen met vanuit Azië overgestoken mensen – de huidige ‘autochtone’ bewoners van Australië. Dit moet honderdduizenden jaren her zijn geweest want er zijn fossiele botten van dingo&rsqu...

De dingo is een wilde hond in Australië; het is de vijand van de schapenfokkers, want deze geelgrijze hond jaagt met zijn makkers en — ze leven graag in troepjes bij elkaar — op schapen en kangoeroes. Ze blaffen er angstaanjagend schor bij. Daarom is er veel jacht op gemaakt en het aantal dingo’s neemt dan ook sterk af.

wolfshond in Australië