dimbaar
dimbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. (vooral van lampen) geschikt om op minder dan de volle sterkte te werken ♢ De politiek laat zich gijzelen door een onthutsend immorele industrie en vraagt intussen wel van huishoudens een symbolisch offer: dat ze hun gloeilampen vervangen voor spaarlampen, wat amper besparin...