Wat is de betekenis van diknek?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Diknek

m. en v. (-ken), oneig.: rijkaard.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

diknek

(19e eeuw) (scheldw.) verwaand persoon. Ook gebruikt voor een rijkaard, rijke boer of voornaam persoon, een kapitalist. Kijk ook onder: dikke* nek. • Hij was rijk, z’n vader was 'n diknek, (rijkaard) een echte binnenvetter (iemand, wiens kapitaal meevalt), dat kon je aan 't heen en weerspul wel zien, (aan alles) zij arm; maar ze was een...

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Diknek

m. (-ken), persoon met een dikke nek; oneig.: rijkaard.

Gerelateerde zoekopdrachten