Diknek
m. en v. (-ken), oneig.: rijkaard.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (scheldw.) verwaand persoon. Ook gebruikt voor een rijkaard, rijke boer of voornaam persoon, een kapitalist. Kijk ook onder: dikke* nek. • Hij was rijk, z’n vader was 'n diknek, (rijkaard) een echte binnenvetter (iemand, wiens kapitaal meevalt), dat kon je aan 't heen en weerspul wel zien, (aan alles) zij arm; maar ze was een...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: