Wat is de betekenis van diep op de huig gaan (nemen)?

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

diep op de huig gaan (nemen)

(1991) (Maastricht) (stud.) oraal bevredigen (van de man); pijpen*. • (Albert Gillissen & Paul Olden: Het eerste Nederlandse Studentenwoordenboek. 1991) • (M.A. van den Broek: Erotisch spreekwoordenboek. 2002) • Bij Tristan bleef hij plagerig aandringen: ‘Heeft ze je diep op de huig genomen? Want een rijpe huig heeft ze,...