Wat is de betekenis van Dideldomdijntje?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

dideldomdijntje

(18e eeuw) (Barg.) borrel. • Je valt toch nergens vies van een dideldomdijntje, hè? (Justus van Maurik: Toen ik nog jong was. 1901) • (Dr. C.G.N. De Vooys: Verzamelde taalkundige opstellen. Deel III. 1947) p. 233 • Dideldomdijntje: zo’n twee eeuwen geleden synoniem met ons 'borreltje'. Nonsenswoord uit de kl...

2025-07-27
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Dideldomdijntje

Dideldomeintje is alleen aangetroffen bij de schrijver Justus van Maurik, die zeer vertrouwd was met de Amsterdamse volkstaal. In het verhaal 'De Duvelshoek', dat speelt in 1887 en is opgetekend in Toen ik nog jong was, beschrijft Van Maurik een verlopen zwerver die opmerkt dat hij het bier in het logement De Kroon 'uitstekend versch' vindt, en dat...

Gerelateerde zoekopdrachten