Wat is de betekenis van Dichtader?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dichtader

v. (-en), (dicht, of scherts.) dichtvermogen, inspiratie: zijn dichtader vloeit niet meer, hij schrijft geen gedichten meer.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dichtader

v. -en: zijn - vloeit, hij dicht.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dichtader

('dicht) v. aanleg, zucht tot dichten : de vloeit, het dichten gaat vlot.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dichtader

v./m. dichtvermogen, inspiratie: zijn vloeit niet meer, hij schrijft geen gedichten meer.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dichtader

DICHTADER, v. (-en), (dicht, of scherts.) de dichtader vloeit, het dichten gaat vlot, gemakkelijk.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)