Wat is de betekenis van dialogisch?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dialogisch

bn. bw., bij wijze van tweespraak.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dialogisch

dialogisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. in de vorm van een dialoog (tweespraak) Woordherkomst afgeleid van dialoog met het achtervoegsel -isch

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Dialogisch

in de vorm van een tweespraak

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Dialogisch

in de vorm van een samenspraak.

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

dialogisch

bij wijze van samenspraak.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dialogisch

bn., bw. (in de vorm van een samenspraak, bij wijze van tweespraak).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dialogisch

(dia'lo:gis) bn. en bw. in de vorm, bij wijze van dialoog : een -e voordracht.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dialogisch

[Gr. dialogos, tweegesprek], bn. en bw., de vorm hebbend van een dialoog; resp. bij wijze van een samenspraak of tweegesprek.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

dialogisch

dialogisch, - in den vorm van een samenspraak.