Wat is de betekenis van Dēvīto?

2025-07-23
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Dēvīto

(1), vermijden. dēvĭus 1. eig., van de (grote) weg verwijderd, afgelegen, itinera devia, Cio., en subst., alleen devia, Liv., sluipwegen. | praegn., afgelegen wonend, gens, Liv., avis (eenzaam levend), Ov.; (poët.) = langs ongebaande wegen -, in ’t wild dwalend, - weidend. 2. overdr., ongestadig, ook in al...

Gerelateerde zoekopdrachten