Wat is de betekenis van Déposer?

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Déposer

I. neerleggen, neerzetten, afgeven [brief], aanbieden [telegram], afzetten, afleggen, aanspoelen, bijzetten, in bewaring geven, neerleggen [wapens ]; afwerpen [masker]; inleggen, deponeren, toevertrouwen; indienen [wetsontwerp ]; af-, wegnemen [gordijn]; déposer son bilan, zijn faillissementsverklaring aanvragen; déposer ses hommages...

Gerelateerde zoekopdrachten