Dépeupler
I. ontvolken; dépeupler une forêt, veel hakken in een bos; II. se dépeupler, ontvolkt worden; leeglopen [v. zaal ].
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
I. ontvolken; dépeupler une forêt, veel hakken in een bos; II. se dépeupler, ontvolkt worden; leeglopen [v. zaal ].
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: