Wat is de betekenis van Dépenser?

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Dépenser

I. uitgeven, verteren, besteden; verbruiken; fig. opofferen [gezondheid], uitkramen [kennis], verkwisten [tijd], inspannen [krachten]; II. se dépenser, uitgegeven worden; zich niet ontzien (sparen), zich inspannen, veel doen (voor anderen).

Gerelateerde zoekopdrachten