Wat is de betekenis van Démêler?

2025-07-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Démêler

I. ontwarren, uitkammen; ophelderen, in 't reine brengen, oplossen; onderscheiden, herkennen, thuisbrengen; doorzien, doorgronden; avoir qc. à démêler avec qn., met iem. te maken (een appeltje te schillen) hebben; avoir qc. à démêler avec la justice, nog iets te verantwoorden hebben; II. se dém&ec...

Gerelateerde zoekopdrachten