Wat is de betekenis van Démarrer?

2025-07-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Démarrer

I. ontmeren, de kabels losgooien van; in beweging brengen, aanzetten; II. van wal steken, uitlopen, uitzeilen; wegrijden; vertrekken; starten; vaart zetten, spurten.