dekt af
dekt af - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdekken|dekt (…) af * Ik dekt af 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdekken|dekt (…) af * dekt af! 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van afdekken|dekt (…) af  ...