Deken, (kleed)
v./m. (-s), rechthoekig kleed tot beschutting tegen de koude, m.n. op een bed gebruikt: wollen en katoenen dekens op een bed; onder de dekens kruipen, naar bed gaan; (fig.) samen onder één deken, liggen, het met elkaar eens zijn (vaak ong.). Een deken kan gemaakt zijn van natuurlijke of synthetische vezels, ook van mengsels. Het warmt...