Défaillir
ontbreken, iem. begeven; verzwakken; te kort schieten; in onmacht vallen, flauw vallen, bezwijmen.
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
ontbreken, iem. begeven; verzwakken; te kort schieten; in onmacht vallen, flauw vallen, bezwijmen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: