Wat is de betekenis van Deesem?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Deesem

DEESEM, (eigenlijk DEEGSEM), m. (-s), (Zuidn.) zuurdeeg, zuur geworden deeg als gist gebruikt; — (fig.) die deesem heeft nog niet uitgewerkt, die wrok bestaat nog.

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Deesem

Deesem, m. (-s), zuurdeesem; (fig.) wrok. *-EN, bw. gel. (ik deesemde, heb gedeesemd), het brood -.

Gerelateerde zoekopdrachten