Deelteeken
de twee puntjes boven een klinker in een woord die naast een andere klinker staat doch afzonderlijk moet worden uitgesproken: a, ë, ï, ö, ü (Kana&n, geünieerden). In de rekenkunde: het teeken (:), dat aangeeft dat een voorgaand getal door een volgend moet worden gedeeld.