Wat is de betekenis van Dēdĕcĕo?

2025-07-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Dēdĕcĕo

cŭi (2), ontsieren, niet betamen, lelijk staan, niet passen, oratorem simulare non dedecet, Cic.; oneer aandoen.

Gerelateerde zoekopdrachten