Wat is de betekenis van Déclencher?

2025-07-22
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Déclencher

I. de klink oplichten van [deur]; doen aflopen, in beweging brengen; fig. ontketenen, de stoot geven tot, uitlokken, doen intreden; inzetten [offensief]; II. se déclencher, losgaan, in werking treden, beginnen, loskomen.

Gerelateerde zoekopdrachten