de occasie hebben/krijgen
de gelegenheid hebben/krijgen Een charmeur?' Dat was voor het eerst dat Irene daarvan hoorde. 'Alleen om te zwanzen, hé,' anticipeerde Martha vinnig. 'Al had hij als jeune premier anders occasie genoeg. Zijn huwelijk was heilig en hij zag u veel te graag om u te bedriegen.' (Geertrui Daem, Het v...