Dat hinkt
Dat wil zeggen, dat gaat kreupel, dat gaat niet wel, daar hapert wat aan. ’t Is niet fraai, als ymand op twee zyden hinkt, gelyk 1 Koning. 18:21. Zulke gaan niet recht, of vast, in hunne schoenen, zo weinig als de Paus in zyne gekuste pantoffelen. Daar toe behoort: Hy laat den hond hinken.