Das
I. v. (-sen), 1. halsdoek: een das omdoen, omknopen ; — (fig.) dit heeft hem de das omgedaan, dit was de aanleiding tot zijn straf, zijn dood enz.; — vand. das voor: strop ; 2. ineengenaaide, om de hals of aan het boord bevestigde strik: een boord en zwarte das dragen ; 3. (gew.) in de war gelopen want. II. m. (-sen), 1. marterach...