darp
(Weerdinge, Valte, Emmen, Zweeloo, Dalen, Elp, Halen), daarp (Halen, Sleen, Borger), dörp (NDr., Smilde, Beilen, Dwing., Diever, R.wold, Zuidwolde, Coev., Schoon., Rosw., Oost.venen, Buinen). Lhee kende darp in de bet. van gehucht. Appelscha heeft dwarp; in veel pl. is het woord minder bekend, daar men gewoonlijk loeg (Gass.), loog (Annen), laug (Z...