Wat is de betekenis van danskoord?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Danskoord

o., gespannen koord van een koorddanser ; (Zuidn.) springtouw.

2025-07-23
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

danskoord

springtouw Een wandeling door de gebouwen bracht de bezoekers poëzie in het Nederlands, Frans, Engels en zelfs Latijn, smakelijk gekruid met ouderwets spektakel: knikkerende schooljeugd, jongens en meisjes met hun danskoord, een fanfare, een nostalgisch snoepgoedkraam en zelfs met ezelsoren gestrafte stoute kinderen ontbraken niet....

2025-07-23
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

danskoord

(het, -en) springtouw. Opwarmen met het danskoord, waarna snel de echte bokstraining volgt. - LN, 23-11-2001.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

danskoord

v. -en (Z.-N. springtouw).

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Danskoord

v./m./o., (gew.) springtouw.

Gerelateerde zoekopdrachten