Wat is de betekenis van Dampfen?

2025-07-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Dämpfen

dempen, verdoven, verstikken, smoren; (spijzen) stoven; Leidenschaften dämpfen, hartstochten bedwingen; Fleisch dämpfen, vlees smoren; gedämpfte Schwingung, gedempte trilling.

2025-07-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Dampfen

dampen, wasemen; stomen.

Gerelateerde zoekopdrachten