Dame
I. v. (-s), volwassen vrouw uit de beschaafde stand; in neutraal gebruik het vrouwelijke woord naast heer : er zaten drie heren en twee dames ; in praegnant gebruik: vrouwelijk persoon van verfijning en hoge beschaving ofwel van gegoedheid en „standing”: op en top een dame ; zij wil de dame spelen, uithangen, zich voornaam voordoen zond...