Wat is de betekenis van dallet?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

dallet

(19e eeuw) (Barg.) vier. • In 1836 werd ik in de avond school (kerk) waar een voorname raaf (predikant) gesproken had, met zes speentjes (knipjes), die ik aan een ander niet kon afplanten (overgeven), treifel verschut (op heeterdaad betrapt) en daleth (vier) sjone (jaren) naar het nekof (gevangenis) te Hoorn gebragt. (Conrad Jacobus...

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Dallet

(Barg.) = vier.

2025-07-25
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

dallet

zie: daleth.

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

dallet

dallet, - (argot) = vier.