Dakschijter
m. (-s), (Zuidn.) (minachtend) duif.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (inf.) stadsduif. In Gent betekent het ook: man die altijd thuis zit. • Dakschijter, znw., m. Duif, verachtender wijze. (P.J. Cornelissen & J.-B. Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch Dialect. 4 delen. 1899-1906) • Om een dakschijter binnen te lokken, moest hij zijn vrouw roepen. Zij droeg trouwens de broek. Staf is vroe...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: