Dagschaar
v., ook dakschaar, naam van een nietbestaand werktuig: iem. om de dagschaar sturen, hem voor gek laten lopen; — keer dat men voor niets komt of gaat: voor dagscheer half geld (op een tarief van een stalhouder).
Van Dale Uitgevers (1950)
v., ook dakschaar, naam van een nietbestaand werktuig: iem. om de dagschaar sturen, hem voor gek laten lopen; — keer dat men voor niets komt of gaat: voor dagscheer half geld (op een tarief van een stalhouder).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (ook: dakschaar, dagscheer), naam van een niet-bestaand werktuig: iemand om de dagschaar sturen, hem voor gek laten lopen; een boterham met een dagscheer, een onbelegde boterham.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
DAGSCHAAR, v. (gew.) iem. om de dagschaar sturen, hem voor gek laten loopen; — (gew.) keer dat men voor niets komt of gaat: voor dagscheer halfgeld (op een tarief van een stalhouder).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: