Wat is de betekenis van Dagploeg?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dagploeg

m. (-en), in continu-bedrijven: de arbeiders die overdag werken (tgov. de nachtploeg).

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dagploeg

v. (-en) ploeg, groep arbeiders die overdag werken. Tgst. nachtploeg.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dagploeg

m. (-en), in continubedrijven de arbeiders die overdag werken.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dagploeg

DAGPLOEG, m. (-en), groep arbeiders die over dag werken, in tegenstelling met den nachtploeg.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)