Wat is de betekenis van Dada?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dada

tw., (kindert) dag; — dada gaan, uitgaan.

2025-07-26
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

dada

borst, borstkas; hart (in samenstellingen en vaste verbindingen, = hati); mendada, met de borst vooruit, aanvallend.

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

dada

(19e eeuw) (< Fr. kindertaal voor paard) (Vlaanderen, inf.) stokpaardje; ding. • Een stukje schoen of een lapje vaandel kan hen doen watertanden, maar ook evenzeer hen dagen lang ongelukkig maken. Zoo heeft ieder mensch zijn stokpaardje, zijn Dada, gelijk onze oude vriend uncle Toby, - en gelukkig! (Vaderlandsche Letteroefeningen. Jaargang...

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dada

dada - Zelfstandignaamwoord 1. (kunst) Europese beweging in beeldende kunst, toneel en dichtkunst die zich na de Eerste Wereldoorlog afzette tegen alle culturele conventies van die tijd Woordherkomst van het Franse woord (dada) "stokpaardje" ; op 8 februari 1916 in Zürich als benaming gekozen door de beeldend kunstenaar...

2025-07-26
ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Dada

Beweging die in 1916 in Cabaret Voltaire in Ziirich werd opgericht door kunstenaars en dichters die zich in Zwitserland vestigden, op de vlucht voor de Eerste Wereldoorlog. Diezelfde oorlog was de reden dat Dada ontstond: de kunstenaars waren ontgoocheld door de maatschappij die zo’n oorlog blijkbaar toestond en vonden dat de kunst zich niets hoefd...

2025-07-26
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

dada

Dada is een kunststroming. Kenmerken: niet traditioneel; spottend en onzinnig, als protest tegen de bestaande cultuur; collages die er ‘toevallig’ uitzien; gevonden voorwerpen, z.g. ready-mades of objet-trouvés, worden als kunst gepresenteerd; ook gedichten die uit puur klank bestaan; in 1916 in Zürich ontstaan. Tijd: 1916-1928 Vertegenwoordigers:...

2025-07-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Dada

paard; stokpaardjes.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dada

I. (da'da) tw. Kindert. goede dag : zeggen; gaan, uitgaan. II. Dada ('da:da) (H.) martelares in Bulgarije in de IVde eeuw. Feest : 13 April. Ook : Daat.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Dada

fr., stokpaardje; chacun a son dada — elk heeft zijn stokpaardje.