Wat is de betekenis van Cushing?

ziekte (of syndroom) van —, genoemd naar de Am. neurochirurg Harvey Cushing (1869-1939), hoogl. Harvard en Yale, bekend om zijn hersenoperaties; de ziektetoestand, welke ontstaat door een te grote afscheiding door de bijnieren van cortison (zie aldaar); wordt vaak veroorzaakt door een te sterke prikkeling van de bijnieren door (een gezwel) de...

Cushing - (Caleb), Amerikaansch rechtsgeleerde en staatsman, geb. 1800, overl. 1879, advocaat sinds 1821, deed 1829 een reis naar Spanje, beschreven in Reminiscenses of Spain (1833, 2 dln.); 1834—42 lid van het Congres. Als commissaris der V. S. in China sloot hij 1843 het eerste verdrag dezer twee landen. Als officier maakte hij den Mexikaanschen...

Harvey, Amerikaans chirurg, *8.4.1869 Cleveland (Ohio), ♱7.11.1939 New Haven (Connecticut). Cushing, opgeleid te Boston, vestigde zich in het Johns Hopkins Ziekenhuis te Baltimore, waar hij zich vooral wijdde aan de chirurgie van de hersenen. Hij is te beschouwen als de grondlegger van de moderne neurochirurgie. Verder is hij bekend door zijn biogr...