Cuartel
m. kwart, vierde deel; wijk (van een stad); kweekbed, bloembed; fam. kwartier, optrekje, huis, kamer; kwartier (w a p e n k.); kazerne; dar cuartel, kwartier geven, lijfsbehoud schenken; sin cuartel, zonder genade, meedogenloos; cuartel general, hoofdkwartier; estar de cuartel, non-actief zijn (militairen).