Crataégus submóllis SARG
O.N.-Amerika; 8 m. Twijgen minder behaard dan die van de vorige soort, spoedig kaal wordend, glanzend bruin-rood; doornen tot 7 cm lang, dun; bladstelen tot 3,5 cm lang, geklierd. Bladeren 5-18 cm lang, 3,5-7 cm breed, dun, breed-ovaal, 7-9-, soms 11-lobbig, bladvoet breed afgerond, top en lobben spits, rand scherp dubbel gezaagd, eerst aan beide z...