Cōry̆cŏs, cōry̆cus
m. 1. havenstad in Cilicië, in wier nabijheid een diep door rotsen omringd dal met een spelonk was. | daarv. Cŏrycĭus, Corycisch, crocum, saffraan uit dat dal, Hor.; poët. = Cilicisch. 2. voorgebergte aan de kust van Ionië met gelijknamige haven. 3. stad in Etrurië.