Wat is de betekenis van Cord?

2025-07-24
Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

CORD

symbool: cd, verouderde Angelsaksische inhoudsmaat: 1 cd = 128 ft2 ≈ 3,624 56 m3.

2025-07-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Cord

is de in Angelsaksische landen gebruikelijke eenheid van stapelmaat voor hout, bestaande uit een stapeling van 8 ft lang, 4 ft breed en 4 ft hoog, welker inhoud gelijk is aan 3,64 sm (de afkorting voor stapelnieter). Wordt iets in cords opgegeven, dan heeft men dit aantal met 3,64 te vermenigvuldigen om het aantal sm’s te krijgen.

2025-07-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Cord

I koord, touw, snoer, band, streng; vadem hout, geribde stof; II (vast)binden, -sjorren; vademen; corded silk, geribde zij.

2025-07-24
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

cord

band, koord; nerve cord, zenuwbaan; spinal cord, ruggemerg; umbilical cord, navelstreng; vocal cords, stembanden.

2025-07-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Cord

Cord - (côtelé, ribbenweefsel), stof met alle mogelijke welvingen (ribben). Materiaal: wol, halfwol of katoen. Vervaardiging: lange effecten aan den onderkant van het weefsel doen door samentrekken de welvingen ontstaan. Appretuur: kaal of gevold. Doel: dames- en sportkleeding, meubelbekleeding, enz. Manchester stof (inslagfluweel) we...

2025-07-24
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Cord

Cord - maat voor hout in de Ver. Staten van N. Amerika, bij ons vadem, Duitsch: Klafter.