copuleer
copuleer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van copuleren * Ik copuleer 2. gebiedende wijs van copuleren * copuleer! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van copuleren * copuleer je?
Wiktionary (2019)
copuleer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van copuleren * Ik copuleer 2. gebiedende wijs van copuleren * copuleer! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van copuleren * copuleer je?
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: