convoceer
convoceer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van convoceren * Ik convoceer 2. gebiedende wijs van convoceren * convoceer! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van convoceren * convoceer je?
Wiktionary (2019)
convoceer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van convoceren * Ik convoceer 2. gebiedende wijs van convoceren * convoceer! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van convoceren * convoceer je?
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: