Contractueel
(<Fr.), bw. bn., volgens contract: contractuele verplichting, uit een overeenkomst voortvloeiende (tgov. wettelijke); contractueel gebonden.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.), bw. bn., volgens contract: contractuele verplichting, uit een overeenkomst voortvloeiende (tgov. wettelijke); contractueel gebonden.
Wiktionary (2019)
contractueel - Bijvoeglijk naamwoord 1. voortvloeiend uit, volgens het contract Woordherkomst afgeleid van contract (met het voorvoegsel con-) met het achtervoegsel -eel
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
contractueel - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: con-trac-tu-eel 1. volgens het contract ♢ contractueel moet hij een keer per week optreden Bijvoeglijk naamwoord: con-trac-tu-eel de/het contractuele ...
Peter Bakema (2003)
(de, contractuelen; bn.) tijdelijk ambtenaar, tijdelijk werknemer. De voorzitters van de federale overheidsdiensten (FOD's) krijgen een personeelsenveloppe die ze autonoom kunnen aanwenden voor het geheel van het statutair en contractueel personeel. - DS, 26-07-2002 Dat betekent nog niet dat het havenbedrijf de volgende jaren massaal contractu...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Fr.], bn. en bw., voortvloeiend uit, volgens het contract: contractuele verplichting; gebonden zijn.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: