consonant (konsonant)
[➝Lat. consonans, samenklinkend], I. bn., eenstemmig, eensluidend; II. zn. v./m. (-en), 1. tonen die goed samenklinken (e); 2. medeklinker (e). (e) MUZIEK. Nader gedefinieerd is een consonant een samenklank van twee of meer tonen die men ervaart als ‘welluidend’, een moment van ontspanning, een samenklank, die geen oplossing behoeft...