Conjunctief
(<Lat.), I. bn., conjunctieve oordelen, wraarin als praedicaat twee of meer begrippen gebruikt worden die elkaar in hetzelfde subject uitsluiten. II. zn. m. (conjunctieven), (taalk.) aanvoegende wijs.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Lat.), I. bn., conjunctieve oordelen, wraarin als praedicaat twee of meer begrippen gebruikt worden die elkaar in hetzelfde subject uitsluiten. II. zn. m. (conjunctieven), (taalk.) aanvoegende wijs.
Wiktionary (2019)
conjunctief - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) een werkwoordswijs waarmee men een wens, onzekerheid of mogelijkheid tot uitdrukking kan brengen ♢ Lang leve de koningin! conjunctief - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder bepaalde aspecten uit te sluiten (verbindend) Woordherkomst...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
drs. L.A. Beeloo (1981)
aanvoegende of wensende wijs; een werkwoordsvorm die een wens of mogelijkheid aangeeft, b.v. hij leve lang.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(het accent wisselt) [Lat.], I. bn., conjunctieve oordelen, waarin als predikaat twee of meer begrippen gebruikt worden die elkaar in hetzelfde subject uitsluiten; II. zn. m. (-tieven), (taalkunde) aanvoegende wijs.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: