Coniferen
(<Lat.), v. mv., kegeldragende gewassen, naaldbomen.
Marc De Coster (2020-2025)
(2015) (sold.) gecamoufleerde infanteristen. • De vdg vaandrig eiste dat ik gewoon meedeed met alle oefeningen en dus hees ik me af en toe in een bloemetjespak (camouflagetenue) om samen met alle andere coniferen (gecamoufleerde infanteristen) cowboytje te spelen in het donkere dierenbos (de dichte bebossing op de Veluwe). (Jeroen Gu...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
coniferen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord conifeer
Veerman (1954)
(= kegeldragers, wat niet voor Taxus en Podocarpaceae geldt), de groep van naaldbomen der thans nog levende Gymnospermae. Zij zijn vooral belangrijk door het voorkomen in uitgestrekte, vaak zuivere bossen, vooral in de gematigde en koude klimaten op de minder rijke gronden. De C. zijn evenals alle andere naaktzadigen houtige gewassen. Door de veelv...
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is de naam voor de tweede der groepen, waarin men algemeen de Gymnospermen of naaktzadige hogere planten (Phanerogamen) verdeelt, nl. de Cycadeeën, de Coniferen en de Gnetaceeën. Zij komen voor over de gehele aarde en er zijn ongeveer 370 soorten van bekend. Het zijn bomen of heesters met een rijke verta...
M. J. Koenen's (1937)
m. mv. (Lat. conus = kegel: plantk. kegeldragende gewassen; naaldbomen): dennen, sparren enz. zijn-. (fe = fee).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: