Conflăgro
(1), geheel in vlammen opgaan, verbranden, m. en z. incendio, flammis, Cic., part. mediaal, urbs incendio conflagrata, Cornif. rhet.; fig., flammā amoris, Cic. | overdr., conflagrare invidiā, een offer van de haat worden, Cic., invidiā dies, mede een offer van de haat jegens iemd worden, Liv., inv...